Intern verslag 52

Archiefonderzoek naar markten op de Windmolenberg


In het voorjaar van 1998 werd een korr onderzoek ingesteld naar de aanwezigheid van markten op de Windmolenberg of het Sint-Jacobskerkhof. De literatuur maakt dear melding van en ook in de archeologische vondsten zouden er aanwijzingen voor bestaan.1

Wat die literatuur aangaat: A.F.0. Van Sasse van Ysse}t vermeldt in deel III van De voorname huizen en gebouwen van 's -Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch 1914), blz. 22: Hoewel het terrein, binnen hetwelk de eerste St. Jacobskerk stond, zooals gezegd. kerkhof was, zou werd daarop toch, tot omstreeks den tijd waarop het ongebouwd gebleven gedeelte van dat kerkhof aan de stichting Reinier van Arkel ten gebruik werd afgestaan, telken jare op 24 Juni de eens zou beroemde Bossche vrije of St. Jansmarkt gehouden evenals daar toe ook op de vier eerste Vrijdagen in November de Bossche vette veemarkt gehouden werd. En t.a.p. op blz. 23: De St. Jansmarkt werd van af hare instelling op het St. Jacobskerk gehouden; naderhand, wanneer wist van Heurn niet, werd die naar Hintham verplaatst, doch zij werd in 1744, omdat die van Rosmalen er over kekelden. krachtens besluit der Regeering van den Bosch van dat jaar weder naar het St. Jacohskerkhof overgebracht.
Wat de veemarkten betreft zegt Van Sasse van Ysselt niet expliciet dat deze vanouds op het Sint-Jacobskerkhof werden gehouden, alleen, op blz. 24 van bovengenoemd werk, dat zij tussen 1840 en 1850 naar het plein de Veemarkt werden verplaatst. Doch sedert eenige jaren, voegt hij eraan toe, bestaat deze markt niet meer, doordien de Bossche jaarmarkten vervangen zijn door eene wekelijksche veemarkt, welke in Den Bosch veel meer vertier geeft dan de oude St. Jansmarkt geven kon.
Deze auteur lijkt zich vooral te hebben gebaseerd op de achttiende-eeuwse geschiedschrijver J.H. van Heurn. Van Heurn vermeldt echter nergens dat de Sint-Jansmarkt van af hare instelling op het Sint-Jacobskerkhof werd gehouden, integendeel, in deel IV van zijn Historie der Stad en Meyerye van 's Hertogenbosch, blz. 76 zegt hij, met overname van zijn in onze ogen bizarre interpunctie: Vast gaat het, dat die Jaarmarkt van alle oude tyden op het Hinthamer eind, binnen deeze Stad, gehouden, en in laatere tyden te Hintham, buiten de Stad, onder het Vrydom, verplaatst is. De Regeering besloot thans, dezelve weder binnen de Stad te brengen, en wees hiertoe, het St. Jakobs Kerkhof aan, waarop, de Veemarkt mede stond gehouden te werden. Met thans is blijkens de noten het jaar 1744 bedoeld.
Waar de veemarkten tevoren gehouden werden, zegt Van Heurn helaas niet, maar de zinsnede 'waarop, de Veemarkt mede stond gehouden te verden' duidt erop dat het Sint-Jacobskerkhof pas in bovengenoemd jaar ook voor de veemarkten werd aangewezen. Inderdaad vinden we in de stadsrekening van 1744 de post: Betaelt aen Adriaan van Wolfsbergen de somme van 101 gul. 9 st. voor 42 palen en ijzere ringen gestelt op St. Jacobs kerkhoff voor de paarden en beestenmarkt.2

Gezien dit alles lijkt het er sterk op dat het idee dat de Sint-Jansmarkt - en ook de veemarkten - van af hare instelling op het Sint-Jacobskerkhof of de Windmolenberg hebben plaatsgevonden berust op een misverstand van
1.Mededeling H.L. Janssen.
2.R.A. van Zuijlen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch, A (stadsrekeningen 1399-1800), 3 dln. ('s-Hertogenbosch 1861-1876), dl. 3. 1708 (rek. 1 oktober 1743 tot 30 sept. 1744).
Van Sasse van Ysselt. In negatieve zin vond ik de onjuistheid van zijn standpunt bevestigd in het feit dat door mij geraadpleegde archiefbronnen geen enkele aanwijzing bleken te bevatten over jaar- of veemarkten op die
plaats vóór het genoemde jaar 1744. Het betrof hier de door R.A. van Zuijlen uitgegeven delen van de stadsrekeningen, een oorkonde uit 1464 betreffende de Sint-Jansmarkt en gegevens uit de index op het Bossche schepenprotocol.1
Vooralsnog lijkt het erop dat de Sint-Jansmarkt oorspronkelijk op het Hinthamereind gehouden werd, dat zij later naar Hintharn werd verplaatst2 en dat in 1744 het Sint-Jacobskerkhof als marktplaats werd aangewezen. Waar de veemarkten vóór dat jaar plaatsvonden is niet duidelijk, maar het lijkt uitgesloten dat dit op het Jacobskerkhof of de Windmolenberg was. Mogelijk zou nader onderzoek meer over de locaties aan het licht kunnen brengen.
1.Van Zuijlen, Inventaris der archieven van de stad 's Hertogenbosch, A (stadsrekeningen 1399-1800): GAH, Charters, nr. 513 (1464 januari 2); GAH, Index Bosch' protocol, lade 297 (Veemarkt).
2.Dat blijkt duidelijk uit Van Heurn, t.a.p., 76-78.
Martin W.J. De Bruijn, 24 juni 1998

Aanvulling archiefonderzoek naar markten op de Windmolenberg


In het voorjaar ven 1998 werd een kort onderzoek ingesteld naar de aanwezigheid van markten op de Windmolenberg of het Sint-Jacobskerkhof. De literatuur maakt daar melding van en ook in de archeologische vondsten zouden er aanwijzingen voor bestaan.1 Op 24 juni van dat jaar werd verslag uitgebracht, waarin geconcludeerd werd dat er geen betrouwbare gegevens zijn aangetroffen die op een markt op de Windmolenherg duiden. Om hierover, althans voor de periode rond 1400, wat meer zekerheid te krijgen, werden de oudst bewaarde stadsrekeningen volledig doorgenomen. Ze hebben betrekking op de periode Pasen 1399 tot Sint-Remeis 1 oktober 1402 en Pasen tot 1 oktober 1406.2 De eerstvolgende rekening dateert pas van Pasen tot 1 oktober 1497.3
Onder de ontvangsten in de oudste rekeningen bevinden zich om te beginnen de inkomsten uit der stat assisen. Daaronder zijn posten betreffende het gebruik van stadswerken zoals de stadskraan, maar ook aangaande accijnzen voor diverse soorten verhandelde produkten. Specificatie van de verschillende markten of marktterreinen vond hierbij echter niet plaats.
De uitgaven in de rekeningen bevatten paragrafen waarin mogelijk gegevens te vinden zouden zijn, zoals:
- van straten te vegen ende scoen te maken;
- van straten te maeken ende te stoppen;
- van poerten, bruggen, sluzen ende diken te maken ende te houden; en:
- van alrehande saken.
Ook hierin werd evenwel geen enkel gegeven aangetroffen dat wijst op markten die gehouden werden op de Windmolenberg.
1.Mededeling H.L. Janssen.
2.GAH, Oud-archief B, nrs. 1 t/m 6.
3.T.a.p., nr. 7.

Martin W.J. De Bruijn, 16 oktober 1998